Overleven

28-06-2014 21:17

Het leven gaat zijn gang in de bergenmeersen en snel. Tegenover vorig jaar zijn sommige delen nauwelijks herkenbaar. Mooie partijen riet, lisdodde alom die overal zijn typische bruine sigaar omhoogsteekt. Als ik lisdodde zie denk ik aan buidelmees of baardmannetje. Laat maar komen. En lisdodde is blijkbaar veel meer. Als ik de wikibibliotheek er op raadpleeg sta ik versteld. Vooral nummer 4 is interessant. Doet me denken aan Amerika en marshmallows maar dan duizend keer gezonder. En zou ik verdwalen in de bergenmeersen weet ik te overleven.

 

1.      De witte binnenkant van de jonge scheuten is eetbaar, zelfs rauw.

2.      Het stuifmeel van de lisdodde bloem is bruikbaar als meel (bloem) voor het bakken van een koek. Per bloem levert dat ongeveer een eetlepel meel op.

3.      In het voorjaar kunnen de jonge knoppen gegeten worden als een soort asperges.

4.      De wortelstokken zijn zeer zetmeelrijk en een bron van voedsel. De wortels kunnen geschild worden. Vervolgens kan men de vezels koken, bakken,         drogen, vermalen tot meel of men kan er siroop van maken door ze langzaam droog te koken. Men kan de wortels na het schillen onder water scheuren         en breken om het zetmeel eruit te halen. De wortels kan men eenvoudig bakken in een open vuur, waarbij de wortelbast als een soort bescherming dient         tegen het vuur. Na tien tot twintig minuten kan men de wortels openscheuren en de zetmeelrijke vezels eruit halen; deze vezels zijn direct eetbaar. Per         persoon heeft men vijftien tot twintig wortels nodig.

5.      De zaden van de vrucht zijn eetbaar. Het bruine pluis van de vrucht van de grote lisdodde kan men door te branden verwijderen. Daarna kan men de         zaden drogen of roosteren.